Kas: beheer van het begrip "lade"

0000000721     -      05-09-2019

Het is mogelijk om de kas te beheren per lade. Hierdoor kan men op een zelfde locatie meerdere "kas"-entiteiten onderscheiden. Mercator gebruikt standaard altijd lade nr. 0.

Om een andere lade te activeren, biedt Mercator 2 modi:

  • "geruisloze" activering: via modules
  • "manuele" activering: via de interface.

"Geruisloze" activering

Mercator beschikt over een globale variabele, MercatorUi.Globals.CashDrawer, die numeriek van aard is en standaard de waarde 0 (nul) heeft. Deze variabele omvat het nummer van de actieve lade. Aldus zal de gebruikte lade bij het valideren van een verrichting (verkoop, aankoop, kasstorting of bankafgifte) overeenkomen met de waarde van deze globale variabele. De waarde van deze variabele wordt typisch gewijzigd via een customizer.

Hierbij een customizervoorbeeld voor de aanmaak van een algemene variabele.

 

Zoom
namespace Main
{
    public class Customizer : MercatorUi.ICustomizers.IExec
    {

        public void Main(MercatorUi.ICustomizers.ExecAction Action)
        {
            if (Action == MercatorUi.ICustomizers.ExecAction.DossierOpen)
            {
                int lade;
                if (int.TryParse(Environment.GetEnvironmentVariable("lade"), out lade)) ;
                Globals.CashDrawer = lade;
            }
        }
    }
}

 

 

"Manuele" activering


Door JA te kiezen voor de optie "Extra / Opties / Input: Lade weergeven" (ID = SHOW_TIR), kan aan Mercator worden gevraagd om een spinner weer te geven waarmee de lade gewijzigd kan worden in de volgende schermen:

  • invoer van betalingsmodaliteiten voor verkopen
  • invoer van betalingsmodaliteiten voor aankopen
  • kasstorting
  • bankafgifte


  •  

De gebruiker kan vervolgens vlot de lade kiezen waarvoor de beweging geregistreerd moet worden.


Opmerkingen

De variabele TIROIR komt niet voor in PIEDS_V of in PIEDS_A. Ze komt daarentegen wel voor in de DataTables PIEDS_V en in PIEDS_A van de BillingEngine. Bij het initialiseren van een nieuw document neemt deze variabele de waarde aan van de globale variabele MercatorUi.Globals.CashDrawer. Wordt een bestaand document overgenomen, dan wordt deze variabele geïnitialiseerd met de waarde die vermeld wordt in de inningshistoriek. Op die manier kunnen de "geruisloze" modus en de "manuele" modus worden gecombineerd.

Het ladenummer wordt opgeslagen in de inningshistoriektabel (HISCAISS) en in de kastabel (CAISSE).

Zodra een andere lade dan de lade 0 gebruikt wordt, biedt het menu "Beheer / Kas" de volgende opties:

  • consulteren van de kas voor eender welke van de al gebruikte lades
  • consulteren van de globale kas voor alle lades
  • gelijktijdig consulteren van de kas, met detail van alle lades.


  •