De installatie van een Mercator SQL Server wordt altijd gedaan vanuit een Mercator Klassiek. Deze migratie wordt enkel en alleen uitgevoerd door het hulpprogramma Tools van Mercator. Deze migratie verondersteld dat de SQL server operationeel is. Indien dit niet het geval is, is het mogelijk om een Desktop Engine van SQL Server 2000(MSDE) te installeren. Bij deze migratie, is het belangrijk dat de gebruiker die de migratie uitvoerd, voldoende rechten heeft om een nieuwe database aan te maken, verbindingen te maken, gebruikers,....
De autentificatie moden op de SQL server moet verplicht GEMENGD zijn, omdat het programma Mercator zich altijd op de database identificeerd met de eigen login en paswoord.
Alvorens een migratie uit te voeren, is het nodig een update uit te voeren van Mercator en het hulpprogramma Tools. Men moet er zich van verzekeren dat Mercator in perfecte staat van werking is. Een herindexering is sterk aangeraden. Deze update moet gebeuren met een versie 4.0 of later. De migratie naar SQL kan op ieder moment worden onderbroken door een "Non-restorable" fout. Zo is het dus best mogelijkd dat bij een dergelijke fout zowel de klassieke versie als de SQL versie niet meer werkt. Daarom is het VERPLICHT om een volledige backup van Mercator uit te voeren alvorens de migratie te starten. De eertste optie van de SQL Server menu in de TOOLS laat u toe de cohenrentie van uw DBF databank na te kijken voor de migratie.
Op de werkpost waar de migratie zal worden uitgevoerd, moet worden nagekeken of de driver van "SQL Server" aanwezig is in het ODBC configuratiescherm. Er zal geen nood zijn om een DSN aan te maken. (cfr. verbindingen-van-de-klanten-naar-de-server.html) De migratie begint bij het commando "SQL Server / Initialisatie" dat zich in het hulpprogramma Tools in de menubalk bevindt. Op dat moment kan men in een dialoogvenster
- de ODBC Verbinding: bijvoorbeeld Driver SQL Server, DSN MQIS, ...
- de naam van de SQL Server
In de procedure wordt dan vervolgens gevraagd naar de ID van de database. De naam van de database die wordt aangemaakt zal gelijk zijn aan de naam MERCATOR gevolgd door deze ID. Deze ID zal het mogelijk maken om verschillende databases te bewaren op een zelfde Server (Voorbeeld: MERCATOR001, MERCATORBVBA, ...)
De knop "Verder" in het dialoogvenster laat u toe om te bepalen in welke map de bestanden (MFD & LDF) zullen worden bewaard in overeenstemming met de SQL database. Standaard staat deze optie leeg. In dit geval zal de standaard map van de gegevens worden bepaald bij de installatie van de SQL Server. Deze optie mag enkel worden ingevuld indien men de SQL Database in een andere map wenst te bewaren.
Eens de database wordt aangemaakt, wordt de procedure verder gezet met de migratie zelf. Bij deze etape , worden de verschillende DBF tabellen omgezet naar de SQL server. Indien deze procedure wordt onderbroken, is het mogelijk deze te hernemen via het commando "SQL Server / Migratie".
De database onder SQL server formaat hecht nog een groter belang aan de coherentieregels dan dit het geval is in de traditionele versie. Hierdoor is het best mogelijk dat bepaalde records worden geweigerd in de migratieprocedure. In dat geval zal een bestand met de fouten worden voorgelegd aan de gebruiker.
Indien DBF tabellen achteraf worden toegevoegd in de DATA map van Mercator, dan kunnen deze tabellen ook op dezelfde wijze worden overgebracht naar SQL Server via het hulpprogramma Tools en het menu "SQL Server / Migratie". In het algemeen mag deze optie verschillende malen worden uitgevoerd.
De overgebleven DBF bestanden mogen zeker niet worden gewist. Mercator test nog de aanwezigheid van deze tabellen op bepaalde verschillende opties actief of niet actief te maken in het programma.