Eerste stap: de in het invoerscherm toe te voegen kolom moet verwijzen naar een variabele die voorkomt in de tabel LIGNES_V (voor de verkopen), LIGNES_A (voor de aankopen) of LIGNES_C (voor de boekhouding). Desgevallend hoeft men enkel het veld in kwestie toe te voegen via het programma TOOLS ("Tabel / Structuur wijzigen"). Cf. 0000000100f.html
De toe te voegen kolom kan ook een formule zijn die verwijst naar bestaande variabelen.
Tweede stap: de invoerschermen worden gewijzigd via "Tools / Sequenties" en een klik op de knop
.
In deze tabel kunnen de zogenaamde "systeem"-eigenschappen van de kolommen worden gewijzigd, m.a.w. de door het programma standaard voorziene eigenschappen. Ga daartoe als volgt te werk:
- klik op de knop "Een regel toevoegen";
- vink het vakje "Systeem" aan;
- kies de variabele (bron);
- bepaal in de kolommen de te wijzigen eigenschappen tegenover de standaard voorziene eigenschappen (breedte, masker, titel ...).
Om een kolom toe te voegen die niet voorzien is door het programma:
- klik op de knop "Een regel toevoegen";
- deactiveer het vakje "Systeem";
- specificeer een willekeurige en unieke kolomnaam die enkel de alfanumerieke basistekens bevat (het eerste teken moet een letter zijn);
- bron: specificeer de naam van uw variabele, voorafgegaan door LIGNES_V_TMP. voor een verkoop, LIGNES_A_TMP. voor een aankoop of LIGNES_C_TMP. voor een boeking.
De parameters worden opgeslagen in de *.GRID-bestanden in de DATA-directory. De naam van deze bestanden bestaat uit het symbool _ gevolgd door de naam van de sequentie (bv. _FACTU.GRID).
In het bijgevoegde zipbestand vindt u enkele voorbeelden voor de roosterparameterinstelling (te herbenoemen op basis van uw sequenties).
Dit geldt niet voor Aruba-Majuro versies.
Te laden :
0000000121.zip (1 Kb - 11-02-2004)