U bevindt zich nu op een technische pagina over de software Mercator. Deze pagina bevat specifieke informatie die bestemd is voor professionals van de software Mercator. Wenst u naar algemenere informatie over Mercator door te gaan?


   Deze vraag niet meer stellen

Hoe de grafieken in Mercator beheren ?

0000001039     -      30-12-2014
Verouderd

attention_Aruba Vanaf de Aruba-versie geldt het onderstaande niet langer, gezien de grafische mogelijkheden die door de rapporteneditor worden geboden. Alle grafieken zijn gegroepeerd in de rapporteneditor.


In Mercator 6.0 kunnen volgende grafiektypes worden beheerd:

  • taartgrafiek
  • staafgrafiek (cumuleerbaar)
  • lijngrafiek.

Deze grafieken zijn beschikbaar in de informatiebestanden en in de vrije documenten.

In de informatiebestanden wordt een grafiek toegevoegd in modus "Tools / Schermen Informatiebestanden / Parametrering" door rechts te klikken en vervolgens "Add chart" te selecteren.

In de vrije documenten wordt een "grafische" output geselecteerd via het selectierolmenu voor het outputtype "Document / Bestand / Graphiek".

Opmaak van de onderliggende SQL-opdracht

Elke grafiek wordt volledig bepaald door de bijbehorende SQL-opdracht. Deze SQL-opdracht moet absoluut voldoen aan de onderstaande vereisten.

  • "Taart"-grafiek: de eerste kolom die door de opdracht wordt gegenereerd, moet van het "teken"-type zijn en moet de omschrijving van alle taartsegmenten bevatten. De tweede kolom moet numeriek zijn en moet de waarde bevatten die de grootte van de segmenten bepaalt.
  • "Staaf"-grafiek: dit soort grafiek bevat meerdere reeksen. De gegevens van de verschillende reeksen worden "gecumuleerd" per aswaarde. De eerste kolom die door de opdracht wordt gegenereerd, moet van het "teken"-type zijn en moet de omschrijving van de aswaarden bevatten. De kolommen 2 en volgende komen respectievelijk overeen met de gegevensreeksen 1 en volgende. Ze bevatten de y-coördinaten voor elk van de reeksen.
  • "Lijn"-grafiek: dit soort grafiek bevat meerdere reeksen. De gegevens van elke reeks worden uitgezet op een kromme. De eerste kolom die door de opdracht wordt gegenereerd, moet van het "teken"-type zijn en moet de omschrijving van de aswaarden bevatten. De kolommen 2 en volgende komen respectievelijk overeen met de gegevensreeksen 1 en volgende. Ze bevatten de y-coördinaten voor elk van de reeksen.

Gebruik van de grafieken

Mercator 6.0 omvat een grafiekeditor. Deze kan worden geopend via het menu "Vensters". De grafieken die gegenereerd worden via de vrije documenten, worden naar deze grafiekeditor gestuurd. De functionaliteiten van de grafieken die geïntegreerd zijn in een informatiebestand, beantwoorden echter aan dezelfde functionaliteiten.

Het "inactieve" schermgedeelte onder de grafiek reageert bij een rechtermuisklik. Hierdoor verschijnt een contextmenu waarvan de functies op de grafiek kunnen worden toegepast:

  • Muismodus: hiermee wordt bepaald wat er gebeurt bij een linkermuisklik op de grafiek;
  • Opmaak (inclusief afdrukvoorbeeld);
  • Afdrukken;
  • Kopiëren: om de grafiekafbeelding rechtstreeks te kunnen plakken in een andere applicatie;
  • Exporteren: creatie van een JPEG-, BMP- of TIFF-bestand met de grafiek;
  • Opslaan: creatie van een MCH-bestand (Mercator Chart) dat toelaat om de grafiek achteraf te openen in de grafiekeditor en er de eigenschappen van te wijzigen. Dit bestandstype laat ook toe om een grafiek te e-mailen naar een bestemmeling die ze dan kan openen in de in Mercator geïntegreerde grafiekeditor.
  • Eigenschappen: toegang tot de algemene eigenschappen van de grafiek.

Beheer van de kleuren

Via de knop "Kleurenpalet" kunnen de kleuren worden bepaald die zullen worden gebruikt bij het genereren van de grafiek. De kleurenlijst vermeldt standaard slechts één kleur (grijs). Via de knop "Toverstok" kan automatisch een kleurenpalet worden gecreëerd.

Modules

In het submenu "Tools / Schermen Informatiebestanden / Parametrering" kan aan de grafieken een module worden gelinkt die de grafiekparameters bij hun uitvoering zal wijzigen.

Daartoe moet het scherm met de grafiekeigenschappen worden geopend door rechts te klikken op de grafiek en vervolgens te klikken op de knop rechts van de SQL-knop.

Hieronder vindt u enkele voorbeelden van dit soort script die uiteraard ook gecombineerd kunnen worden.

Daarbij moeten we opmerken dat als de code een bepaald aantal lijnen overschrijdt, u in de tabel "CTL" het veldtype "gridscript" moet veranderen in "Memo". Opgelet: deze wijziging in een client-serverversie van Mercator leidt tot het verlies van de gegevens die in dit veld worden vermeld.


  • De legende verplaatsen

    legend0=.LegendCollection.GetAt(0)
    legend0.MarginX = 15.00
    legend0.MarginY = 5.00

    De vermelde waarden komen overeen met een percentage.
    Via deze code kan de legende naar links worden verplaatst.
  • De legende schrappen

    .LegendCollection.RemoveAll
     
  • Het lettertype van de legende wijzigen

    legend0=.LegendCollection.GetAt(0)
    legend0.TextEx.Font.Italic = .F.
    legend0.TextEx.Font.Name = "Arial"
    legend0.TextEx.Font.Size = 8
    legend0.TextEx.Font.Strikethrough = .F.
    legend0.TextEx.Font.Underline = .F.
  • Een titel toevoegen aan de legende

    legend0=.LegendCollection.GetAt(0)
    legend0.Header = "MON TITRE"
    legend0.HeaderTextEx.Font.Italic = .F.
    legend0.HeaderTextEx.Font.Name = "Arial"
    legend0.HeaderTextEx.Font.Size = 8
    legend0.HeaderTextEx.Font.Strikethrough = .F.
    legend0.HeaderTextEx.Font.Underline = .F.
  • De stand van de grafiek wijzigen

    .Get3DView.Rotation = 300.00
    .Get3DView.Elevation = 10.00

    Standaard zijn volgende waarden voorzien: 270.00 voor de rotatie en 0.00 voor de verhoging.
  • Het inzoompercentage van het scherm wijzigen

    .Get3DView.Zoom = 80.00

    De vermelde waarde komt overeen met een percentage (standaard: 100).
  • Een titel toevoegen op de assen

    && op de y-as
    C0LeftAxis = .Axes(0)
    C0LeftAxis.Title = "MON TITRE"
    C0LeftAxis.TitleTextEx.Font.Italic = .F.
    C0LeftAxis.TitleTextEx.Font.Name = "Arial"
    C0LeftAxis.TitleTextEx.Font.Size = 14
    C0LeftAxis.TitleTextEx.Font.Strikethrough = .F.
    C0LeftAxis.TitleTextEx.Font.Underline = .F.

    && op de x-as
    C0CategoriesAxis = .Axes(4)
    C0CategoriesAxis.Title = "MON TITRE"
    C0CategoriesAxis.TitleTextEx.Font.Italic = .F.
    C0CategoriesAxis.TitleTextEx.Font.Name = "Arial"
    C0CategoriesAxis.TitleTextEx.Font.Size = 14
    C0CategoriesAxis.TitleTextEx.Font.Strikethrough = .F.
    C0CategoriesAxis.TitleTextEx.Font.Underline = .F.
  • Een titel toevoegen aan de grafiek

    .LabelCollection.RemoveAll
    .LabelCollection.Add
    .LabelCollection.GetAt(0).Text = "Mon Titre"
    .LabelCollection.GetAt(0).OriginOffsetY = 45.00
    .LabelCollection.GetAt(0).OriginOffsetX = 0.00
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Charset = 1
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Italic = .F.
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Name = "Arial"
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Size = 16
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Strikethrough = .F.
    .LabelCollection.GetAt(0).TextEx.Font.Underline = .T.

    Om de titel verticaal te verplaatsen, moet u de parameter "OriginOffsetY" wijzigen.


De pagina die u wenst te bekijken heeft betrekking op een versie van Mercator die commercieel niet meer beschikbaar is en niet meer wordt ondersteund.

Mercator is een applicatie .net en maakt gebruik van een database SQL Server. De gegevens op deze pagina stemmen niet overeen met deze eigenschappen.