U bevindt zich nu op een technische pagina over de software Mercator. Deze pagina bevat specifieke informatie die bestemd is voor professionals van de software Mercator. Wenst u naar algemenere informatie over Mercator door te gaan?


   Deze vraag niet meer stellen

Hoe een multidossiertoegang mogelijk maken in Mercator ? (legacy)

0000000998     -      10-10-2015
Verouderd

In Mercator 5.3 is het mogelijk om toegang te krijgen tot meerdere dossiers (bv. fiduciaire configuratie). Hierdoor kan men, zonder Mercator te verlaten, van het ene dossier overschakelen naar het andere. Dit biedt ook de mogelijkheid om slechts één Mercator-EXE voor verschillende dossiers te behouden.

Opmerkingen :

  • de multidossiertoegang vereist een MSDE- of SQL-server voor de hosting van de databank waarin de namen en adrespaden van de verschillende dossiers zijn opgenomen;
  • een multidossierconfiguratie kan verschillende Mercatortypes (MFACT, MSHOP, …) met verschillende databanken (DBF of SQL) omvatten;
  • in een multidossierconfiguratie blijft elke databank volledig losstaan van de andere;
  • de multidossierconfiguratie kan enkel licenties met verschillende namen bevatten. Ze geeft niet het recht om de licenties te vermenigvuldigen, die dus enkel geldig blijven voor één juridische entiteit op één enkele site.

De omvorming van een installatie op basis van afzonderlijke dossiers naar een multidossierconfiguratie gaat als volgt:

  • de verschillende Mercator-dossiers actualiseren, controleren of de installatiecode overeenstemt met een versie 5.3 (of later) en ervoor zorgen dat ze goed werken als autonoom dossier;
     
  • het Mercator-dossier aanduiden dat de multidossierconfiguratie zal bevatten (kies bij voorkeur het dossier met de meeste opties in zijn installatievoucher);
     
  • vorm dit aanvankelijk autonome dossier als volgt om :
    1. kies voor dit dossier een unieke code (max. 10 tekens) waarmee het geïdentificeerd kan worden (bv.: INEOSPRL);
    2. facultatief maar aanbevolen: herbenoem de gegevensdirectory van dit dossier in data_ineosprl (data+onderstrepingsteken+code van de onderneming);
    3. start deze Mercator-versie opnieuw op om het adrespad naar de gegevens te actualiseren;
    4. sluit deze Mercator-versie;
    5. Plaats MULTI.EXE in de hoofddirectory en voer dit programma uit;
    6. kies in het menu "Multidossiers" het item "Initialiseren". Hierdoor wordt de SQL-databank gecreëerd waarin de namen van en de adrespaden naar de verschillende dossiers zijn opgenomen. Deze databank heeft als standaardnaam MERCATORMASTER1. Deze naam kan worden gewijzigd (MERCATORMASTER2, MERCATORMASTER3 …) als eenzelfde SQL-server meerdere onafhankelijke multidossierconfiguraties moet hosten;
    7. voer het menu "Invoegen / Bestaand dossier" uit, selecteer het bestand PARAMS.DBF dat in uw hoofddirectory staat om het op te nemen in deze multidossierconfiguratie. Bij deze integratie vraagt Mercator om de ondernemingscode te bepalen. Standaard wordt de code voorgesteld die werd toegevoegd aan de gegevensdirectory (in ons voorbeeld: INEOSPRL);
    8. verplaats de modules, lay-outs, logo's … die eigen zijn aan dit dossier en niet kunnen worden gebruikt vanuit andere, later ingevoegde dossiers naar de subdirectory PRINCIPAL in de DATA-directory.
    9. "Dossierbeheer" - "Toegangsrechten herstellen" uitvoeren
  • Duid een ander Mercator-dossier aan (waarvan de licentienaam verschilt van de voorgaande) dat zal worden geïntegreerd in deze multidossierconfiguratie.
     
  • Vorm dit tweede autonome dossier als volgt om:
    1. kies voor dit dossier een unieke code (max. 10 tekens) waarmee het geïdentificeerd kan worden (bv.: INEOASBL);
    2. facultatief maar aanbevolen: herbenoem de gegevensdirectory van dit dossier in data_ineoasbl (data+onderstrepingsteken+code van de onderneming) en verplaats deze directory zodat hij naast de gegevensdirectory van het eerder omgevormde dossier staat (in ons voorbeeld \data_ineosprl);
    3. start deze Mercator-versie opnieuw op om het adrespad naar de gegevens te actualiseren;
    4. sluit deze Mercator-versie;
    5. start het al bestaande MULTI.EXE op, voer het menu "Invoegen / Bestaand dossier" uit, selecteer het bestand PARAMS.DBF dat in uw hoofddirectory van dit tweede dossier staat om het op te nemen in deze multidossierconfiguratie. Bij deze integratie vraagt Mercator om de ondernemingscode te bepalen. Standaard wordt de code voorgesteld die werd toegevoegd aan de gegevensdirectory (in ons voorbeeld: INEOASBL);
    6. verplaats de modules, lay-outs, logo's … die eigen zijn aan dit dossier en niet kunnen worden gebruikt vanuit andere dossiers naar de subdirectory PRINCIPAL in de DATA-directory;
    7. De vorige directory met dit dossier is niet langer van enig nut voor Mercator.
  • De procedure "Dit tweede autonome dossier als volgt omvormen" kan worden herhaald voor zoveel dossiers als gewenst.

Mercator kan worden opgestart vanuit het uitvoeringsprogramma dat voorkomt in de hoofddirectory die de directory was van het eerste dossier uit de multidossierconfiguratie. Een bestand MULTI (zonder extensie) laat dit EXE weten dat het moet opstarten in de "multidossier"-modus. Dit bestand bevat de verschillende parameters waarmee de verbinding kan worden gemaakt met de databank MERCATORMASTERn en waarmee de lijst van de dossiers die voorkomen in de multidossierconfiguratie kan worden gevonden. Dit parameterbestand kan worden bewerkt in MULTI.EXE via het menu "Multi bewerken". Wanneer Mercator opstart in de multidossiermodus, verschijnt er een venster waarin het opstartdossier kan worden gekozen. Verder kan men via het menu "Bestand / Dossier sluiten" gemakkelijk overschakelen van het ene dossier naar het andere.

Enkele belangrijke bedenkingen bij de hoofddirectory

In de autonome configuratie bevatte de hoofddirectory heel veel parameterelementen (logo's, lay-outs, modules …). Als deze elementen gemeenschappelijk zijn voor alle dossiers uit de multidossierconfiguratie, mogen ze hierin blijven staan. In het andere geval moeten ze verplaatst worden naar de subdirectory PRINCIPAL van de gegevensdirectory, die wel dezelfde standaard directoryfunctionaliteiten zal bieden.

In een multidossierconfiguratie komen er dus twee hoofddirectories voor:

  • de directory die MERCATOR.EXE bevat en die gemeenschappelijk is voor alle dossiers. Deze directory wordt de publieke hoofddirectory genoemd;
  • de directory die voorkomt als subdirectory van de gegevensdirectory en dus slechts betrekking heeft op één en één enkel dossier. Deze directory wordt de private hoofddirectory genoemd.

 

Opmerkingen

  • De naam PRINCIPAL van deze subdirectory is verplicht en kan niet worden gewijzigd.
  • We raden ten zeerste af om een autonome toegang te behouden naar een dossier dat is opgenomen in een "multidossier"-configuratie.
  • Om de multidossiertoegang te schrappen, hoeft men enkel het bestand MULTI (zonder extensie) uit de publieke hoofddirectory te verwijderen en vervolgens alle bestanden uit de private hoofddirectory te verplaatsen naar de publieke hoofddirectory.
  • Bij de automatische update vanaf de website zal de wizard het te updaten dossier opvragen. Selecteer dan het dossier met de meeste opties in de voucher. Hierdoor zal de update van de andere dossiers gelijktijdig worden uitgevoerd.
  • MCD Valet werkt niet in een multidossierconfiguratie.

 



De pagina die u wenst te bekijken heeft betrekking op een versie van Mercator die commercieel niet meer beschikbaar is en niet meer wordt ondersteund.

Mercator is een applicatie .net en maakt gebruik van een database SQL Server. De gegevens op deze pagina stemmen niet overeen met deze eigenschappen.