In Mercator kunnen bestanden worden gegenereerd met bankdomiciliëringen volgens de SEPA-norm (pain.008.001.01). Om deze functionaliteit te activeren:
- moet u beschikken over een installatiecode met de BANK-module;
- voeg de volgende velden toe:
- CLI.C_N_DOM: smallint
- CLI.C_NUM_DOM: char(14)
- CLI.C_MAND_DOM: char(35) (nummer van domiciliëringsopdracht)
- CLI.C_DATE_DOM: datetime (datum waarop de opdracht werd gegeven)
- CLI.C_RCUR_DOM: bit (aanvinkvakje om aan te geven of het al dan niet gaat om een terugkerende domiciliëring)
- LIGNES_C.NIVDOM: smallint
- wijzig het scherm Klanten en voeg
- een combobox toe die gelinkt is aan C_N_DOM. Dit dropdownmenu zal het gewenste domiciliëringstype bevatten (het is niet nodig om een databron te bepalen voor de waarden van het dropdownmenu; de data zullen automatisch worden toegekend door Mercator);
- een textbox toe die gelinkt is aan C_MAND_DOM
- een textbox toe die gelinkt is aan C_DATE_DOM
In het informatiebestand "Klanten" moet u er ook op letten dat het veld C_NUM_BQE de bankrekening van de klant vermeldt in het "IBAN + BIC"-formaat.
In "Tools / Parameters / Bankrekeningen", tabblad "Domiciliëringen", moet u de SEPA-identificatiecode invullen en een SEPA-code kiezen (B2B of CORE)..
Zodra al deze elementen correct zijn geïmplementeerd, worden de submenu's van het menu "Boekhouding / Debiteurenbeheer / Domiciliëringen" operationeel.
De opmaak van de SEPA-domiciliëringen wordt uitgevoerd via het menu "Boekhouding / Debiteurenbeheer / Domiciliëringen / Genereren" (zie de Mercatorhandleiding voor meer informatie). Het enige verschil is dat er geen rekening meer wordt gehouden met de parameter voor de afronding van de uitvoeringsdata, aangezien het SEPA-formaat meerdere uitvoeringsdata in één zelfde bestand toelaat.
Merk op dat in het SEPA-formaat:
- de naam van de klant niet blanco mag zijn;
- het opdrachtnummer niet blanco mag zijn;
- de opdrachtdatum gespecificeerd moet zijn;
- de bankrekening van de klant in het "IBAN + BIC"-formaat moet opgegeven zijn.
Vervolgens moet u de bankrekeningen invullen die gebruikt zullen worden bij de domiciliëringen, via "Tools / Setup / Bankrekeningen". De gevraagde informatie vindt u op het tabblad "Domiciliëringen". Als extensie vermeldt u D80.
De velden "D.P.-journaal" en "Rekening interne overboeking" moeten slechts worden ingevuld indien u de automatische aanmaak van D.P. wilt activeren bij de uitgifte van domiciliëringen.
Activering van de "Klanten"-fiches
Om de automatisering van een domiciliëring op een klantenrekening te activeren, moet u het respectieve domiciliëringsnummer invullen in de fiche en de status veranderen in "Individuele domiciliëring" of "Collectieve domiciliëring".
- De optie "Individuele domiciliëring" laat toe om per boekhoudkundig bewijsstuk een domiciliëring op deze klantenrekening te creëren.
- De optie "Gegroepeerde domiciliëring" laat toe om één enkele domiciliëring te creëren die meerdere boekhoudkundige bewijsstukken voor die klant omvat.
Wanneer de status wijzigt van "Geen domiciliëring" naar een andere waarde, zal Mercator voorstellen om de bestaande transacties voor deze klant te markeren als 'al verwerkt'. En dat tot een datum naar keuze. Op die manier zullen de oude, al bestaande transacties niet langer worden vermeld bij de automatische aanmaak van domiciliëringen.
Aanmaak van domiciliëringen
Het domiciliëringsvoorstel wordt gerealiseerd via het menu "Boekhouding / Debiteurenbeheer / Domiciliëringen / Genereren". Hierbij worden aan de gebruiker twee parameters gevraagd:
- een uiterste datum voor de vervaldag: de transacties waarvan de vervaldag voor of op die datum valt, worden geselecteerd;
- een afrondingswaarde in dagen: aan de hand van deze waarde kunnen diverse transacties op data die dicht bij elkaar liggen, worden gegroepeerd in één domiciliëringsbestand. Het formaat van het domiciliëringsbestand laat immers maar één uitvoeringsdatum toe voor alle domiciliëringen opgenomen in het bestand (bijvoorbeeld: afronding 5 dagen = de overboekingen van de 10e tot de 15e van de maand zullen worden uitgevoerd op één datum die binnen die periode valt).
De lijst van de klanten verschijnt in het bovenste gedeelte van het scherm. Deze lijst vermeldt enkel de registraties die deel uitmaken van de actieve filters voor het informatiebestand "Klanten". De lijst met de openstaande posten van de in het bovenste deel geselecteerde klant verschijnt in het onderste gedeelte van het scherm.
In het bovenste gedeelte kan enkel het overboekingstype (gegroepeerd / individueel) worden gewijzigd. In het onderste rooster kan de commentaar worden gewijzigd. Via de aanvinkvakjes kan men deze of gene leverancier/document toevoegen of uitsluiten. In het onderste rooster kan men een post definitief uitsluiten: rechtsklikken, vervolgens "Definitief uitsluiten". Een uitgesloten transactie kan opnieuw worden opgenomen via een rechterklik, gevolgd door "Opnieuw opnemen".
Met de knop "Lijn Bijvoegen" kan men een domiciliëring toevoegen aan het voorstel. De parameters voor deze betaling zullen manueel worden ingevoerd.
Voordat de overboekingen ook effectief worden gegenereerd, kan een domiciliëringsbestand worden opgeslagen via de knop "Bewaren" of de toets END. Dit bestand kan opnieuw worden geopend via hetzelfde menu als voor de opmaak, door NEEN te antwoorden op de vraag of er een nieuwe berekening moet worden gedaan.
De domiciliëringen worden effectief gegenereerd via de knop "Genereren". Deze procedure start met de selectie van de bankrekening die gebruikt zal worden voor de opgave van de te genereren domiciliëringen. Daartoe geeft Mercator de lijst weer met de verschillende bankrekeningen waarvoor het tabblad "Domiciliëringen" werd ingevuld.
Na validatie van dit scherm gaat Mercator over tot de effectieve opmaak van de domiciliëringen. De lijst met de aldus gegenereerde domiciliëringen verschijnt op het scherm.
Indien de velden "D.P.-journaal" en "Rekening interne overboeking" voor de parameters van de gebruikte bankrekeningen zijn ingevuld, genereert Mercator ook een D.P. "opgestelde overboeking". De structuur van deze D.P. ziet er als volgt uit:
580000 Interne overboekingen: Debet X+Y+Z
400000 Klant 1: Credit X
400000 Klant 2: Credit Y
400000 Klant 3: Credit Z
De afboeking van de boekingen op de klantenrekeningen gebeurt automatisch. Hierdoor kan, bij de latere invoer van de aan de bankrekening gelinkte financiële post, het globale credit dat overeenkomt met dit domiciliëringsbestand snel worden ingevoerd door dit ene bedrag ingeschreven op de rekening 580000 tegen te boeken.
De domiciliëringen kunnen makkelijk worden bewerkt en gewijzigd via het scherm met de domiciliëringsdetails dat de gebruiker vervolgens te zien krijgt. Toch moet men op het volgende letten: een wijziging die werd aangebracht in dit scherm, zal niet worden doorgevoerd op het niveau van de D.P. die automatisch wordt gegenereerd door de hierboven beschreven functionaliteiten.
Via de knop "Bladeren" kan men de lijst weergeven van de boekhoudkundige bewijsstukken die aan deze domiciliëring gelinkt zijn.
In dit scherm kan een nieuwe domiciliëring worden toegevoegd via het menu "Bewerken / Toevoegen" of CTRL-N (deze bijkomende overboeking zal geen impact hebben op het niveau van de D.P. die automatisch wordt gegenereerd door de hierboven beschreven functionaliteiten).
Mercator gebruikt het veld "Referentie bestand" om de naam van het domiciliëringsbestand te bepalen, alsook de referentie ervan die zal voorkomen op de berichtgevingen (deze referentie wordt gebruikt als commentaar voor de rekening 580000 bij de automatische aanmaak van D.P.). Deze referentie kan vrij worden gewijzigd.
Het (of de) domiciliëringsbestand(en) wordt (worden) gewoon gecreëerd door te klikken op de knop "Bestand Genereren" of "Isabel Go".
Domiciliëringen worden niet onmiddellijk omgevormd in bankbestanden, deze verrichting kan achteraf gebeuren via het menu "Boekhouding / Debiteurenbeheer / Domiciliëringen / Huidige".
Oude domiciliëringen waarvoor al een bankbestand werd gecreëerd, kunnen opnieuw worden geopend via "Boekhouding / Debiteurenbeheer / Domiciliëringen / Historiek".
De effectieve verzending van de bankbestanden gebeurt via de software die uw bank heeft aangeleverd.
Overwegingen bij FIRST-RCUR status
Sedert 21 november 2016 hoeft de schuldeiser niet langer FIRST verzenden bij de eerste incassering. Met andere woorden kunnen de eerste verzameling en de volgende gepresenteerd worden via de RCUR-sequentie.
Dit beheer (FIRST-RCUR) is uitgeschakeld vanaf versie 10.1.
Opmerkingen
- De OGM, indien gedefinieerd op het niveau van de klantenfactuur, wordt opgenomen in het bestand als "referentie van de crediteur" (de OGM wordt echter genegeerd als men de OGM in groep aanmaakt; in dat geval kan een domiciliëring immers meerdere facturen omvatten).
- In een zelfde XML-bestand kunnen niet tegelijkertijd B2B- en CORE-codes voorkomen.
- Het veld C_NUM_DOM moet altijd voorkomen, ook als men geen DOM80-domiciliëringen meer gebruikt. Daartoe hoeft u het enkel blanco te maken in alle fiches en het te maskeren.
Andere paginas :