Vanaf de versie Aruba, zie deze pagina.
Mercator 5.2.20 biedt de mogelijkheid om een specifieke module uit te voeren bij het genereren van een identificatiecode in een informatiebestand. Mercator detecteert de aanwezigheid van de volgende modules:
- cli_code.fxp
- fou_code.fxp
- stock_code.fxp
- proj_code.fxp
- emb_code.fxp
- dest_code.fxp
- tact_code.fxp
- gen_code.fxp
- ana_code.fxp
- imm_code.fxp
- …
Deze module moet bestaan uit een functie die slechts één parameter aanvaardt, van het tekentype is (de ID voor wijziging) en een tekenreeks oplevert (de gewijzigde ID). Deze module moet dan ook verplicht de volgende algemene structuur hebben:
parameter une_chaine
une_variable=…..modification sur une_chaine
return m.une_variableAangezien deze module een functie is, moet ze verplicht gecompileerd worden.
Voorbeelden - Spaties in een ID verwijderen
parameter une_chaine
return strtran(m.une_chaine,' ','')
- Het teken - in een ID verwijderen
parameter une_chaine
return strtran(m.une_chaine,'-','')
Belangrijke opmerkingen - De module wordt uitgevoerd ongeacht het type identificatiecode: automatisch, manueel, chrono, …
- De module wordt helemaal aan het eind van de procedure uitgevoerd. Dus na de controle van de uniciteit. De controle van deze uniciteit moet desgevallend dan ook opnieuw worden gedragen door de module. Indien deze uniciteit niet gerespecteerd wordt, zal Mercator een foutmelding genereren op het niveau van de primaire sleutel gelinkt aan het informatiebestand.