Om alle parameters te kunnen instellen, voorziet het middelenbeheer van Mercator geen vaste procedure voor het gebruik van de middelen. Deze methode zal worden ingevoerd via aangepaste triggers die enkel bedoeld zijn om de waarden die overeenkomen met een specifiek gebruik in de tabel RESSDATA in te voeren.
Elke invoering omvat 2 triggers:
- een trigger voor de toevoeging van nieuwe waarden;
- en een tweede trigger voor het schrappen van waarden.
(Opmerking: met het geval ON UPDATE moet geen rekening worden gehouden, want Mercator wijzigt nooit de waarden in de tabellen waarvoor deze triggers gelden. U kan dan ook een UPDATE-commando toevoegen aan de trigger ON INSERT.)
De tabel RESSDATA omvat de volgende 2 velden die vrij ingevuld kunnen worden:
- KLEUR: kleurnummer, van 0 tot 9;
- TEKST: omschrijving in de tooltiptext van de balk.
De detailvoorbeelden vermeld op deze site bieden de mogelijkheid om de volgende middelverbruikswaarden in te voeren:
- vanuit een 'Commercieel Beheer'-document wordt het middelenbeheer geactiveerd op artikelniveau. De verbruikshoeveelheid komt overeen met de hoeveelheid vermeld in het verkoopdocument. De kleur komt overeen met het documenttype. De omschrijving komt overeen met de naam van de klant. (voorbeeld 1)
- vanuit een 'Commercieel Beheer'-document wordt het middelenbeheer geactiveerd op projectniveau. De verbruikshoeveelheid komt overeen met de waarde in een optioneel veld Q_RESS. De kleur komt overeen met het documenttype. De omschrijving komt overeen met de waarde uit het vrije veld TEKST. (voorbeeld 2)
- vanuit een 'Productiebeheer'-document wordt het middelenbeheer geactiveerd op het niveau van het 4e informatiebestand. De verbruikshoeveelheid komt overeen met de waarde in een optioneel veld Q_RESS. De kleur komt overeen met een atelier dat manueel gekozen werd in een optioneel veld ATELIER. De omschrijving komt overeen met de benaming van het artikel op diezelfde lijn. (voorbeeld 3)
.